Duurzaam renoveren: van zonnebaan tot neerslagstatistiek

We kunnen zo duurzaam nieuwbouwen als we willen, de gebouwde omgeving schiet er per saldo te weinig mee op. De grote klapper moet gemaakt worden in de bestaande bouw. Smart & bioclimatic design, ontwerpen met oog voor de omgeving, kan daarbij helpen. Een verhaal over zonnebanen, windpatronen en neerslagstatistieken.

Aan hoofdpijndossiers geen gebrek in de Nederlandse gebouwde omgeving. Denk aan leegstaande (oude) kantoren, desolate industrieterreinen, energieverspillende winkelstraten, tochtige portiekflats met een verouderd ventilatiesysteem en rijtjeshuizen van vóór 1975 (waarvan de huurders zich met gemak onder de armoedegrens stoken). En zo kunnen we nog wel even doorgaan...

Het is allemaal pain in the ass voor professor Andy van den Dobbelsteen (TU Delft): "Architecten hebben geleerd te ontwerpen zonder rekening te houden met de context en lokale omstandigheden rondom het gebouw. De buren en het klimaat kun je gewoon negeren, leek altijd de gedachtengang. Achteraf moesten de installaties de ontwerpfouten corrigeren. Dat is een decadente attitude die we twee eeuwen overeind hebben gehouden. Dat kan nu echt niet meer."

Het moet anders, het moet beter, vindt Van den Dobbelsteen. En velen met hem. Nul-op-de-meter (nom) moet regel zijn en geen uitzondering. Met de principes van smart & bioclimatic design kunnen zowel de nieuwbouw als bestaande woningvoorraad worden aangepakt. Maar aangezien de grote winst gepakt kan worden bij de bestaande bouw, zal daar de focus moeten liggen. De roep om innovatieve concepten is groter dan ooit.

Zelflerende systemen

Van den Dobbelsteen: "Volgens de uitgangspunten van smart & bioclimatic design willen we eerst begrijpen wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn, niet alleen lokaal, ook stedelijk en regionaal. Daarvoor moeten we het (toekomstige) klimaat goed kennen, de zomer- en wintersituatie, dag-/nachtverschillen, etc. We kijken ook naar de zonnebaan om het gebouw in verschillende seizoenen, windpatronen, neerslagstatistieken en de samenstelling van bodem en ondergrond. Vervolgens kan slimme technologie het maximale eruit halen. Geen mogelijkheid, hoe klein ook, kunnen we nog onbenut laten."

Alle kleine beetjes helpen. Van den Dobbelsteen: "Ik vind dat een douche-warmtewisselaar verplicht in elke nieuwbouwwoning moet zitten. Denk ook aan slimme schakelingen, zelflerende systemen en betere monitoring van het eigen energiegebruik. Als we kijken naar zon en wind, fluctueert het aanbod steeds. Huishoudelijke apparaten kunnen we daarom beter pas aan laten gaan als de energie er is. Er is meer balans nodig tussen aanbod en gebruik want ik verwacht dat we straks niet zonder meer onze eigen overproductie van energie kunnen lozen op het net, en tekorten daaruit aanvullen. Dat zal duur worden. We kunnen het dus maar beter zo goed mogelijk in huis oplossen."

Het klinkt als een noodkreet. En misschien is het dat ook wel. Van de totale CO2-uitstoot in Nederland komt zo'n 40 procent (incl. bouwindustrie) op rekening van de gebouwde omgeving. Huishoudens alleen zijn goed voor zo'n 20 procent. Het zijn kille feiten maar het goede nieuws is dat dit juist interessante kansen oplevert voor de zieltogende bouwsector, die dringend verlegen zit om werk. Tal van grote bouwbedrijven werken momenteel aan kant-en-klaar-concepten om bestaande huizen volledig duurzaam te renoveren tegen relatief beperkte kosten. Al bij ‘gemiddeld gedrag' hoeft de bewoner straks helemaal niet meer voor energieverbruik te betalen. Vaak is zo'n duurzame renovatie ook nog eens binnen enkele werkdagen uitgevoerd. Ingewikkelder hoeft het echt niet meer te zijn in 2015.

Phase changing materials

Een van de concepten die de laatste tijd veel publiciteit kreeg, is de Prêt-à-Loger-woning van de TU Delft, een testwoning met een tweede huid van duurzame technieken, die zichzelf om de bestaande woning wikkelt. (Een aanpak in de geest van smart & bioclimatic design.) Het concept is terug te brengen tot een toolbox met mooie systemen en slimme maatregelen waar gebruikers uit kunnen kiezen. Denk aan vegetatie op het dak, pv-panelen, duurzame installaties, een regenwaterinstallatie en warmteterugwinning van douchewater.

Jan-Willem van de Groep van Platform31, een kennis- en netwerkorganisatie voor stedelijke en regionale ontwikkeling, maakt hierbij overigens wel een kanttekening. Van de Groep: "De kern van goedkope duurzame oplossingen is dat het totaalsystemen zijn die op bepaalde onderdelen niet werken als cafetaria-model. De maatregelen die hier met installaties te maken hebben, zijn wel los te plaatsen maar voor aanzienlijk hogere kosten en met aanzienlijk minder effect. Dat neemt niet weg dat maatregelen die los staan van het energiesysteem, zeker in zo'n toolbox moeten zitten."

Terug naar de Prêt-à-Loger-woning. Het smart-aspect van deze woning is de extra tuinkamer (een glazen pui) die door de tweede huid wordt gecreëerd. In de winter is de kas gesloten. De ruimte is dan een bufferzone die warmte van de lage zon opvangt en met een warmtewisselaar door het huis ventileert. In voor- en najaar is de kas als gebruiksruimte te benutten en kunnen de ramen open voor natuurlijke ventilatie. In de hoogzomer staat alles open en is de kas onderdeel van de tuin. En bij tropische temperaturen? Dan blijft het koel in huis, want ventilatielucht wordt via de kruipruimte gevoerd langs elementen met phase changing materials die de lucht voorkoelen voordat die de woning in gezogen wordt.

Meer huis, meer comfort en geen energierekening... wie wil dat nou niet? En de waarde voor de bewoners reikt nog verder. De open gevel nodigt uit tot sociale interactie (zeg maar: een praatje met de buren). Bovendien is de woning aangesloten op lokale energie- en watermanagement-systemen (zoals de Buurtbatterij voor lokaal opgewekte zonne-energie, waarmee Enexis Etten-Leur op de kaart zette). De overtollige energie die wordt geproduceerd, is bestemd voor avondgebruik, straatverlichting en elektrische fietsen, of wordt met winst doorverkocht. Met de Prêt-à-Loger-woningen gaat eigenlijk het hele concept ‘woning' op de schop: betaalbaar wooncomfort, een lagere CO2-uitstoot, verstandig gebruik van materialen en meer sociale cohesie. Ofwel: gelukkigere mensen. Daar kan toch niemand bezwaar tegen hebben?

Slimme nul

Dat er een gigantische markt is voor nul-op-de-meter, blijkt onder meer in de provincie Utrecht, waar vijftig organisaties samenwerken om 50.000 nom-woningen gereed te hebben in 2020. Naast gemeentes, bouwbedrijven en corporaties zitten daar ook Triodos Bank, ABN AMRO, Rabobank en SNS Bank bij.

"Bij de banken kun je voor een nom-woning 25.000 euro extra lenen", aldus Gerrit de Heer, projectmanager bij SBRCURnet, dat dit voorjaar onder de vlag van BouwLokalen een aantal seminars organiseerde over nom. Van Almelo tot Veldhoven, van Nuth tot Heerhugowaard, overal kwam de nom-karavaan voorbij. Vernieuwende projecten werden belicht door adviesbureaus, architecten, bouwers, leveranciers en productontwikkelaars. ‘Beter samenwerken' werd genoemd als een van de kritische succesfactoren voor nom. De samenwerking tussen bouwpartners moet flexibeler, sneller, transparanter, efficiënter en effectiever. Aannemers van de oude stempel mogen hun borst natmaken.

Innovatieve concepten zijn er genoeg. Neem nou Jan Kamphuis van BJW Wonen, die tijdens de seminars zijn aanpak voor nul-op-de-meter presenteerde. BJW Wonen wil gezond en comfortabel wonen bereikbaar en betaalbaar maken voor elke levensfase en iedere portemonnee. Het bedrijf richt zich vooral op woningen gebouwd tussen de vijftiger en negentiger jaren met (te) hoge woonlasten en (te) weinig comfort: vochtig, tochtig en soms slecht onderhouden. Met geld dat voorheen aan de energierekening werd besteed, kan de particuliere verbouwing grotendeels worden gefinancierd, beweert Kamphuis.

Dat stemt hoopvol. Maar waarmee pakt BJW Wonen dan de winst? Kamphuis: "Met een sterk industrieel en geautomatiseerd productieproces. Wij doen zo weinig mogelijk geknutsel en montage op die foutgevoelige bouwplaats, wel assemblage, prefab en plug-and-play. Onze werkzaamheden op de bouw zijn gereduceerd met 95 procent. We werken bijvoorbeeld aan een ‘installatie-motor' waarin alle duurzame technieken zijn samengebald: wtw-unit, buffervat, warmtepomp, opslag van stroom, pv-panelen en een zon-thermisch systeem. Tel al die installaties bij elkaar op en je zit al snel aan 20.000 euro. Onze motor kost af fabriek zo'n 800 euro."

Climate proof cities

Het draait natuurlijk allemaal om kritische massa en de wet van de grote getallen. Interessant in dit kader is ook het project ‘Stroomversnelling', dat een renovatie van 111.000 woningen voorstaat, zodanig dat ze een nul op de meter krijgen. Met zulke aantallen slaan we inderdaad spijkers met koppen.

Dat zal nodig zijn ook. In totaal vragen 3,5 miljoen woningen -in Groningen en de rest van Nederland- om een snelle make-over. De tijd is er rijp voor, beweren hot-shots als Jan-Willem van de Groep, Ivo Opstelten (Hogeschool Utrecht) en Andy van den Dobbelsteen: "Alle architecten die er qua duurzaamheid toe doen in Nederland, zullen zeggen dat slimme ontwerpen niet duurder en niet lastiger zijn. De belangen die twintig jaar geleden speelden, zijn er niet meer. We zitten in een andere fase."

Op hoog politiek niveau vindt men grootschalige energietransformatie wenselijk en nodig, niet alleen omdat de kwaliteit van woningen erom vraagt, ook vanwege de klimaatveranderingen. Van den Dobbelsteen: "Onze huizen zijn ooit gebouwd voor het klimaat van de jaren zestig, maar het is veel warmer nu, en er valt meer regen. Als we niets doen, koelt straks iedereen met een airco in de zomer. Dat zou dramatisch zijn voor het energiegebruik, vooral in onze steden. Wist je dat de temperatuur in hartje Rotterdam 7 tot 8 graden hoger ligt dan in Midden-Delfland, het gebied boven Rotterdam? Dat hebben we bestudeerd in het grote onderzoeksproject Climate Proof Cities. Over vijftig jaar is de temperatuur met 2 graden toegenomen."

Kortom: werk aan de winkel. De bouwsector mag na een aantal magere jaren wederom aan de bak. In een compleet andere setting. Van den Dobbelsteen: "Veel aannemers zijn bang voor verandering en zitten nog steeds te wachten op Vinex-achtige opdrachten. Nou... die komen echt niet meer. De kansen zitten ‘m in snelle en goedkope energie-renovatieconcepten. Smart & bioclimatic design kan daarbij helpen doordat er beter gebruik wordt gemaakt van mogelijkheden en plaatselijke omstandigheden. De landen om ons heen zijn wat dat betreft alerter. Toch zien we wel degelijk dat ook Nederlandse architecten en aannemers met een duurzame visie het goed doen. Zij hebben wèl werk. De bouw zal een vertaalslag moeten maken naar nieuwe producten, nieuwe samenwerkingsvormen, nieuwe formules en nieuwe vormen van vermarkting."

recente artikelen

gepubliceerd in diverse (vak)media

Nanoknutselen in de cleanroom van TU Delft

Het Else Kooi Lab van de TU Delft is een cleanroom van wereldformaat. Op 20 maart mocht de pers naar binnen. "De volgende stap? Deeltjes isoleren op atomair niveau op één chip."

Lees artikel »

Hoe gaan we dat doen, samenwerken met bots?

Volgens leiderschapsgoeroe Joseph Folkman stelt AI nieuwe eisen aan managers. Ze moeten kunnen samenwerken in hybride teams met bots en mensen die (soms) meer weten dan zij.

Lees artikel »

“Wat gezondheid is mag iedereen zelf bepalen”

Noord-Limburg wil de gezondste regio van Nederland worden en heeft grootse plannen. Het klinkt aantrekkelijk maar een burgerraadslid uit Horst aan de Maas heeft felle kritiek.

Lees artikel »

Securityproject Melissa hackt Russische hackers

Na Deadbolt en Genesis Market werd onlangs de hackersgroep Qakbot opgerold, mede dankzij het cybersecurityproject Melissa. Arwi van der Sluijs is er trots op en vertelt.

Lees artikel »

Pfas-zaak Dordrecht zet forever chemicals op radar

Het gevaar van pfas voor de volksgezondheid is niet meer te bagatelliseren door de recente rechtszaak tegen Chemours in Dordrecht. Maar pfas is here to stay. Hoe nu verder?

Lees artikel »

Het wonder van geperst, verhit en gefilterd gras

Start-up Grassa claimt meer eiwit uit gras te kunnen halen dan de koe. Gras is niets minder dan een wonderplantje volgens directeur Rieks Smook: "Er kan zoveel méér met gras."

Lees artikel »

Moleculair bioloog over gedrag en kwantumfysica

Moleculair bioloog en therapeut Lianne Hermers gebruikt de kwantumfysica om bewustzijnskracht te ontdekken. Haar cliënten lossen mentale problemen zelf op zonder pillen.

Lees artikel »

Overvolle binnensteden hunkeren naar fresh air

Bedrijfsbussen op diesel mogen vanaf 2025 veel Nederlandse stadscentra niet meer in. Met elektrische steps, cargo-bikes en (bak)fietsen vinden monteurs hun weg in de binnenstad.

Lees artikel »

Google wil onze medische data, maar wat willen wij?

Care Studio van Google Health heeft aangekondigd in de VS patiëntendossiers te willen gaan beheren. Huisarts Huib Rutten ziet risico's: "De regie moet altijd bij de patiënt blijven."

Lees artikel »

Bouwvallig Blackpool, walhalla voor kansarmen

De Engelse badplaats Blackpool werd onlangs belachelijk gemaakt door minister Helen Wheeler. Ze bood haar excuses aan maar met financiële steun schiet de stad meer op.

Lees artikel »