Veel belangstelling van de pers.
Eerste steen Amsterdams outletcenter in SugarCity
Gepubliceerd op maandag 29 juli 2019
Batavia-Stad, Roermond en Roosendaal krijgen er een concurrent bij. Het vierde outletcentrum van Nederland heet Amsterdam The Style Outlets (ATSO) en opent in de herfst van 2020 haar deuren op een bijzondere locatie: SugarCity in Halfweg. Ruim honderd premium kledingmerken met korting zijn straks te bewonderen op 19.000 m² vloeroppervlak. De vrolijke bouwstijl knipoogt naar de vergane industriële glorie van de Suikerunie. De eerste steen is gelegd op 21 juni. De voorbereidingen waren nogal complex: “We moesten eerst een nieuw stuk polder creëren.”
Over een jaartje zal ATSO op SugarCity bereikbaar zijn via een speciale afrit van de N200 en misschien zelfs met de boot vanuit Amsterdam. Dat is mooie toekomstmuziek: shoppers kunnen zich verkneukelen. Maar vooralsnog is het een ramp om met de auto in SugarCity te komen. En dat is niet zo gek. Er gebeurt namelijk al jaren (bijna) niks op het terrein rond de voormalige suikerfabriek in Halfweg. De laatste onderneming die de poorten sloot en het licht uitdeed was de Suikerunie in 1992. Daarna braken er donkere jaren aan qua bedrijvigheid.
Maar projectontwikkelaars roken kansen. In 2000 werd het terrein aangekocht en in 2007 werd het complex met het markante Huis Zwanenburg en de twee karakteristieke suikersilo’s officieel aangemerkt als Europees Industrieel Erfgoed.
En toen begon er weer licht te schijnen op het treurigstemmende industrieterrein. Onder de naam SugarCity kreeg het gebied, dat een derde deel van Halfweg in beslag neemt, een herbestemming voor kantoren, horeca, een casino, hotel, congrescentrum, jachthaven en, als kers op de taart, Amsterdam The Style Outlets, het enige outletcentrum in de Randstad. Op vrijdag 21 juni werd de eerste steen gelegd. Vanaf september 2020 kunnen liefhebbers van topmerken kleding shoppen tot ze sterretjes zien.
Industrieel erfgoed
Jos van Eldonk en Mirko Post van architectenbureau Common Affairs zijn sinds 2000 betrokken bij het masterplan voor SugarCity. Voor hen is vrijdag 21 juni in meerdere opzichten een zonnige dag. Van Eldonk en Post zijn in hun schik met de eerste steenlegging, waarvoor wethouder Marja Ruigrok van Haarlemmermeer werd gestrikt.
Van Eldonk: “Dit is echt een bijzonder project, vanwege het stedenbouwkundig plan, het ontwerp en de inrichting van het terrein. De vroegere gebouwen dateren van de 18e tot 20e eeuw. Die traditie zetten we door en geven we een eigentijdse vertaling. Bijna stripverhaal-achtig hebben we het industriële thema opgepakt, met fabrieken en pakhuizen in een waaier van kleuren. Pure vormen, zoals een kind ze zou tekenen. Het is een vrolijke referentie aan ons industriële erfgoed.”
Terwijl de meeste outletcentra gebouwd zijn op een afgelegen locatie, en omringd door troosteloze parkeerplaatsen, wilden Van Eldonk en Post een aantrekkelijk en levendig centrum creëren dat stevig verankerd is in de omgeving. Van Eldonk: “We moesten daarvoor een nieuw stuk polder creëren. Dat was wel de grootste hindernis: de ondergrond. We zitten in Halfweg op het smalste stukje Nederland, op de grens van de Haarlemmermeer en de polders. Overal rond SugarCity zie je waterpartijen. De bodem was ook nog eens vervuild en moest gesaneerd worden.”
Onder het complex hebben de architecten twee bouwlagen gecreëerd voor 1.450 parkeerplaatsen. De buitenkant van het immense complex is opgeleukt met trappen en bruggen, die zorgen voor een speelse verbinding met alle andere vrijetijdsgelegenheden in SugarCity. Een BREEAM-certificering is in aanvraag.
Kalkzandsteenlijmers gezocht
Voor de bouwbedrijven UBA Bouw en De Nijs is dit project geen appeltje-eitje. Volgens bedrijfsleider Arco Oussoren van UBA Bouw gaf de oplossing voor de ondergrond nogal wat hoofdbrekens. Oussoren: “We hadden dus te maken met een gesaneerd terrein. Dat had consequenties voor de stabiliteit. We hebben dit probleem opgelost door tijdelijk 70 cm zand te storten over het hele terrein voordat we gingen heien. Dat zorgde voor een betere voorbelasting. De ondergrond is veel stabieler geworden.”
Oussoren had en heeft daarnaast nòg een puzzel te kraken: het personeelstekort. Oussoren: “Het tekort aan metselaars, gibo bouwers, stukadoors, kalkzandsteenlijmers en tegelzetters proberen we op te vangen met alle middelen die we hebben. Allereerst hebben we de beschikking over het vaste personeel van UBA Bouw en De Nijs. Verder wisselen we personeel uit met andere bouwbedrijven, die net als wij met tijdelijke overschotten en tekorten zitten. En tot slot besteden we werk uit aan onze vaste partners.”
De grote uitdaging voor Oussoren is alles binnen de planning opgeleverd te krijgen. Hij kijkt terug en vooruit: “De onderste parkeerlagen vorderen gestaag. Nu zijn we bezig met de eerste verdiepingsvloer met tijdelijke onderstempeling. Eind september, begin oktober starten we met de staalconstructie voor de winkelunits. Die constructie is de rode draad van het hele bouwproces. Pas als dat staat, kunnen we verdiepingen, spouwmuren, kanaalplaatvloeren en geveldragers bouwen. Daarna zijn de buitengevels en binnengevels aan de beurt, met metselwerk voor de puien en dakbanden en een grote diversiteit aan vormgeving wat betreft gevelstenen en metselsoorten.”
Een hoop gedoe, maar dan heb je ook wat. De façade lijkt volgens architect Jos van Eldonk op “een mozaïek van fabrieken en loodsen”. De gebruikte materialen zijn kenmerkend voor de Nederlandse architectuur: hout, glas en baksteen. Het outletcentrum zal compact worden gebouwd als een klein ‘dorp’ met kleine straten en pleinen met winkels en restaurants. Van Eldonk: “Je zult de typische stenen en houten gevels uit deze regio terugzien. Je ervaart de sfeer van de rijke industriële geschiedenis. Als je met de auto of trein langsrijdt, zie je een typische Nederlandse stad die gebouwd is op palen, die oprijzen uit het water.”
Spaanse investeerder
Marcel Herben is sinds een aantal weken in dienst als Center Manager bij Neinver, de Spaanse investeerder, ontwikkelaar en beheerder van ATSO. Neinver is een nieuwkomer in Nederland. Herben vertelt: “Neinver heeft outletcentra in Polen, Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje. En nu dus ook in Nederland. Sinds juni ben ik het gezicht en aanspreekpunt richting stakeholders, gemeente, politie en omwonenden. We steken veel tijd in de communicatie. We konden ook goede afspraken maken over de bereikbaarheid met Goudappel Coffeng. Het klopt dat dit dichtbevolkte gebied moeilijk bereikbaar is. Met 2 miljoen bezoekers per jaar moet dat natuurlijk veranderen.”
Voor een goede doorstroming van het verkeer worden de toegangswegen aangepast. Speciaal voor ATSO krijgt de N200 een nieuwe afrit. ATSO is ook bereikbaar via de A5 en A9. Vanaf Schiphol komt er bewegwijzering en ben je er binnen 10 minuten met de auto. Daarnaast is er een directe bus- én treinverbinding vanuit Amsterdam en Haarlem. En hoe zit het met die boot? Herben: “We zitten aan de Ringvaart. Misschien zijn we straks ook bereikbaar vanuit het centrum van Amsterdam met de boot. Daar wordt nu over onderhandeld. Inderdaad, we denken groot. Vergeet niet dat toeristen die naar Europa komen ook Amsterdam aandoen. Bij ATSO krijgen ze 30 tot 70 procent korting op een chique manier. Nee, geen platte uitverkoop. Een beetje zoals de Bijenkorf. En dat 365 dagen per jaar.”
Neinver, de op twee na grootste outletbeheerder van Europa, is opgericht in 1969 en beheert momenteel 18 outletcentra, 5 winkelcentra en meer dan 800 merken in zes Europese landen. Voor ATSO heeft Neinver een joint venture opgericht met Nuveen Real Estate, één van de grootste vastgoedinvesteerders ter wereld, met 125 miljard dollar aan vermogen onder beheer.
Voor Neinver en Nuveen is investeren in een outletcentrum natuurlijk een strategisch bewuste keuze. Charlotte Ashworth van Nuveen legt dat uit: “Outletcentra hebben de afgelopen tien jaar een beter resultaat laten zien dan de gemiddelde omzetgroei in de retailmarkt. Amsterdam The Style Outlets biedt ons een mooie gelegenheid om een eersteklas retailervaring te creëren in een bruisende stad.”
