Cupjesdilemma getackeld
Gepubliceerd op woensdag 29 april 2009
Ooit geprobeerd met één hand een cupje pindakaas, smeerkaas of jam te openen en de inhoud op je brood te krijgen? Dat lukt niet. Daarom is de Cup-Opener ontwikkeld voor mensen die een hand missen of door een beroerte halfzijdig verlamd zijn.
"Thuis pak je natuurlijk de pindakaaspot!", zegt fysiotherapeut en bewegingstechnoloog Marc Vermeulen met twinkelende ogen. Ach, natuurlijk. Daar had de interviewer even niet aan gedacht. Het cupjesdilemma speelt thuis niet. Het probleem is voorbehouden aan zorginstellingen, revalidatiecentra, ziekenhuizen en verpleeghuizen. Die zetten pindakaas, smeerkaas, jam, paté, appelstroop, honing en chocoladepasta steeds vaker als ‘portieverpakking' op de ontbijttafel. Dat is hygiënischer.
Maar aan elk voordeel kleven nadelen. Openen van de cupjes leidt tot frustratie bij mensen die vanwege een beroerte (tijdelijk) maar één hand kunnen gebruiken. Dat zijn er jaarlijks tienduizenden. Met één hand krijgen ze zo'n ding bijna niet open. Als het al lukt, begint de irritatie eigenlijk pas echt. Hoe voorkomen ze dat het mes aan het cupje blijft plakken? Hoe voorkomen ze dat de smeerkaas over broek of overhemd (van hun buurman) kleddert? Dat valt echt niet mee.
We hebben het over de Cup-Opener, ontsproten aan een eureka-moment van Marc Vermeulen en eentje van ergotherapeut Remco Klopper. Het verhaal begint bij Klopper, die een jaar geleden werkte op de revalidatieafdeling van Zorgcombinatie Nieuwe Maas, waar ook mensen revalideren die een beroerte hebben gehad. Het Vlaardingse verpleeghuis was een tijdje daarvoor overgestapt op cupjes.
Klopper constateerde met gekromde tenen dat de verzorgenden de patiënten veel meer uit handen namen dan nodig was: "Ikzelf sta als ergotherapeut het liefst met mijn handen op mijn rug. Ik ben van patiënten-zelf-laten-doen-wat-ze-zelf-kunnen." Zijn kijk op de zaak vroeg om een oplossing, eentje die de zelfstandigheid van de patiënten waarborgde. Maar in catalogi en op internet was helemaal niets te vinden. De ergotherapeut besloot zelf een oplossing te fabriceren.
Barbecuetang
Klopper's eerste model was een houten plankje met twee uitsparingen: voor boter en voor jam. De uitsparingen waren een fractie kleiner dan de cupjes (zodat de cupjes klem komen te zitten). Verdomd, het werkte! De cupjes bleven redelijk zitten. Maar wacht even, in de keukenkastjes van het verpleeghuis telde Klopper niet twee maar zeven verschillende maten cupjes: vierkant, rechthoekig, rond... Hij besloot een nieuw model te maken waarin hij alle zeven formaten verwerkte. Na enig boren en gladschuren functioneerde ook dat systeem.
De voedingsassistent van het verpleeghuis was enthousiast en... kwam met een nieuw probleem op de proppen. De afdeling inkoop bleek steeds de goedkoopste merken in te slaan. Dat hield in dat er veel meer dan zeven formaten in omloop waren. Bijkomende complicatie: zouden patiënten wel begrijpen in welk gat het smeerkaasje, het appelstroopje of het koffiemelkje hoorden? Mmm, nog niet veel opgeschoten.
Er moest iets anders worden bedacht. "Het is heel gek met mij", zegt Klopper, "ik kan ergens binnenlopen, een hark zien hangen en ineens op een idee komen." Zo ongeveer ging het ook met de Cup-Opener. Op een tuinfeest viel zijn oog op een barbecuetang. Hij zag de taps toelopende lijnen van het metaal en wist ineens dat hij moest afstappen van het idee met de verschillende gaten. Het moest anders. Jawel! Op een kunststof plankje schroefde hij twee taps toelopende aluminium stroken. Zelfs de grootste cupjes pasten tussen de stroken op de plek waar die het verst van elkaar verwijderd waren. Als je ze naar je toe trok, kwamen ze ergens klem te zitten.
Okay, het ding deed dienst. Daar was dan ook alles mee gezegd. Het was nog geen gebruiksklaar -en zeker geen verkoopbaar- product. Het zag er niet uit, was niet hygiënisch en niet echt slipvast. Aangezien Klopper weinig verstand had van materialen, nam hij contact op met Marc Vermeulen van Aanpassingen.nl, een bedrijf dat aanpassingen en hulpmiddelen ontwerpt en ontwikkelt voor mensen met functiebeperkingen.
Geen vette vingerprints
"We wilden het goed aanpakken want deze vraag speelt ook in het buitenland", zegt Vermeulen in het CabFabLab van de Caballero Fabriek, een bedrijfsverzamelgebouw voor creatieve ondernemers in Den Haag. Aangezien de Cup-Opener op de ontbijttafel ligt, moest het ontwerp niet allen functioneel maar ook esthetisch zijn. Vermeulen ontwierp een symmetrisch model met twee steunvlakken (voor links- en rechtshandigen). De steunvlakken zijn groot genoeg om de liggende hand te dragen. Door het gewicht van de hand blijft de Cup-Opener op z'n plaats.
Vermeulen experimenteerde met antislip-dopjes, schroefjes, klemnokken, uiteenlopende materialen en vormen: enkellaags, dubbellaags, doorzichtig en gekleurd. Doorzichtig en dubbellaags was het mooist. Jammer genoeg vond Vermeulen geen lijmsoort die onzichtbaar bleef tussen de twee lagen. Hij koos daarom voor een mat plexiglas (waarop geen vette vingerprints te zien zijn) en deed breuktesten om te kijken hoe sterk het materiaal was. Dat ging goed. Het ontwerp naderde zijn voltooiing. Hij zat alleen nog in zijn maag met het gebrek aan hygiëne door al die randjes en hoekjes.
Tuurlijk! Terug naar de te vroeg afgeschreven uitsparing! Waar geen materiaal zit, kan ook geen pindakaas zitten. Het moest gewoon een taps toelopend gat zijn. Met het juiste computerprogramma en een lasersnijder is dat een fluitje van een cent. Pfff... was alles in het leven maar zo eenvoudig.
Nu moet er nog geld worden verdiend. De Cup-Opener is in kleine aantallen voor €29,95 te koop via aanpassingen.nl. Dat schiet niet echt op. Gezocht wordt naar groothandels die bereid zijn het product in grote aantallen op de markt te brengen.
O ja, nog even dit: hij kan ook in de vaatwasser.