MKB'ers moeten overleven èn vooruit kijken

Ondanks 30 procent minder faillissementen in 2014 is de bouw- en installatiebranche nog niet uit de gevarenzône. Hoe ontloopt uw bedrijf een faillissement? Hoe gaat u dit jaar de kerst halen? En hoe legt u tegelijkertijd een stevige basis voor de toekomst? Het combineren van korte- en lange termijndoelstellingen is een kunst apart.

Na de rampjaren 2012 en 2013 nam in 2014 het aantal faillissementen weer af in de bouwsector. Vorig jaar gingen 957 ondernemingen failliet. Dat is 28 procent minder dan in recordjaar 2013 met 1.336 faillissementen. Opmerkelijk detail is dat slechts 12 installateurs van alarminstallaties, verlichting en telecom over de kop gingen en 33 installateurs van verwarmings- en luchtbehandelingsapparatuur. Het aantal failliete loodgieters (60) daalde met maar liefst 78 procent. Ook gingen in 2014 veel minder bedrijven failliet in de utiliteitsbouw (398). In 2013 waren dat er nog 559. De cijfers zijn van Creditsafe, een online aanbieder van bedrijfs- en kredietrapporten.

Tot zover het goede nieuws. Over tot de orde van de dag. Ook dit jaar zal nog menig installateur een doodstrijd voeren. Maar alleen overleven is niet voldoende. U schiet er namelijk niets mee op. U zult moeten overleven en tegelijkertijd een goede basis moeten neerleggen voor de nabije toekomst, anders blijft u gevangen in de vicieuze cirkel van steeds lagere prijzen. U moet investeren in mensen en opleidingen, een heldere visie op uw klant hebben en een (maatschappelijk) verantwoorde bedrijfsstrategie. Hoe wordt u een evenwichtskunstenaar en combineert u die korte- en lange termijn doelstellingen?

Ongeorganiseerd

In deze tijd een bedrijf runnen in de installatiebranche is geen sinecure. Menig ondernemer bijt er de tanden op stuk. "Het probleem is te ingewikkeld om even op de achterkant van een sigarendoosje uit te werken", zegt relatiemanager en bedrijfsadviseur Arjan Jans van Alfa Accountants & Adviseurs. Dit accountsbureau met 29 vestigingen in Nederland geeft veel bedrijfsadviezen aan installateurs. Jans ziet in de installatiebranche specifieke problemen die andere sectoren niet hebben, of minder.

Jans: "Er is te weinig werk in de sector, laat dat duidelijk zijn. Veel installateurs hebben liquiditeitsproblemen. De liquiditeit op orde krijgen is het allerbelangrijkst. Maar hoe doe je dat? De eerste impuls is vaak: snijden in personeelskosten. Wij denken dat dit niet de juiste oplossing is. De winst moet gepakt worden met een efficiëntere organisatie, heldere strategische visie, afgebakende klantendoelgroep en goed geschoolde vakmensen die passen bij die strategie."

De praktijk is ondertussen weerbarstig. Het is vaak brandjes blussen en dweilen met de kraan open. Jans ziet het gebeuren: "Installateurs zijn ongeorganiseerd. Ze leven bij de dag en kijken weinig vooruit. Hoe kom ik de week door? Hoe krijg ik deze klus geklaard? Dat zijn de vragen. Er gaat veel tijd verloren aan problemen oplossen. Met alle gevolgen vandien: te grote voorraad, te weinig flexibiliteit in planningen, teveel leegloop-uren onder personeel en te hoge overheadkosten. Wat we verder veel zien is dat de kennis van bedrijven niet goed aansluit op de veranderende vraag vanuit de markt. Er wordt te weinig ingespeeld op nieuwe technieken zoals zonne-energie en aardwarmte. Installatiebedrijven hebben grote moeite om de noodzakelijke vernieuwingen in de eigen organisatie door te zetten, dat is een feit."

‘Beter inspelen op veranderingen' geldt over de hele linie. De zelfstandige loodgieter met het eigen bedrijfsbusje moet ineens drie klussen per dag gaan doen in plaats van één. Dat betekent: strak organiseren. Kleine bedrijven gespecialiseerd in seriematige projecten moeten naast ‘handjes' ook service gaan leveren met monteurs die kunnen communiceren en het speelveld op de bouw overzien. Dat betekent: allround-monteurs opleiden. Grotere installatiebedrijven worden geconfronteerd met zaken als ketenintegratie, steeds complexere installaties (inclusief meet- en regeltechniek) en publiek/private samenwerking. Dat houdt in: partnerships aangaan. Ook dat gaat niet vanzelf, kost leergeld en vergt investeringen.

Jans: "Hoe dan ook zijn er heldere keuzes nodig. Welke opdrachtgevers wil je? Ga je grotere of juist kleinere opdrachten doen? Wil je groeien of juist afslanken? Richt je je op de particuliere markt of de utiliteitsbouw? En welke medewerkers heb je daarvoor nodig? Hoe ga je ze aantrekken? Welke opleidingen ga je ze aanbieden? Dat soort vragen. Volgens ons kan vandaag overleven en tegelijkertijd investeren in de toekomst samengaan... op voorwaarde dat de bedrijfsvoering slimmer wordt gemaakt. Betrek daar het personeel bij. De medewerkers kennen beter dan wie ook de verbeterpunten in de organisatie. En uiteraard moet de directeur ook bereid zijn in de spiegel te kijken."

Faillissementsgolf Oost-Brabant

Overleven is complexe materie. Het is een zaak van wijsheid èn geluk. Neem nou het acht medewerkers tellende installatiebedrijf Willems-Prinssen uit Uden. Uit het relaas van directeur Jeroen de Knegt blijkt hoe doorslaggevend de factor geluk kan zijn. De Knegt: "Het jaar 2015 overleven? Dat doen wij door goede service te leveren en door nooit in te teren op kwaliteit. Onze vaste klanten weten dat. Daarom hebben wij nog steeds werk. Maar we overleven natuurlijk ook gewoon omdat er zoveel bedrijven in de regio failliet gaan."

In de driehoek Veghel, Uden, Den Bosch legden volgens De Knegt wel 15 middelgrote en grote installateurs het loodje in de voorbije jaren. De Knegt: "De een z'n dood is de ander z'n brood. Zo is het nu eenmaal." Willems-Prinssen raakte opdrachtgevers in de nieuwbouw kwijt in de crisisjaren, maar door de verwoestende faillissementsgolf die Oost-Brabant ondertussen overspoelde, kreeg het bedrijf ook een aantal VVE's als nieuwe opdrachtgevers terug. De markt nam en de markt gaf. Per saldo heeft Willems-Prinssen nog evenveel personeel.

Dan de factor wijsheid. Die heb je deels zelf in de hand door verstandige keuzes te maken. De Knegt: "Mijn visie? Wij zijn zuinig op ons personeel. Veiligheid gaat boven alles. Onze jongens mogen van ons werk weigeren als het te gevaarlijk is. We blijven ook investeren in opleidingen. Het kost geld, zeker, maar we hebben trouw personeel waarin we durven te investeren. We hebben hier twee jonge service-monteurs. Die zijn twee jaar in opleiding voordat ze zelfstandig op pad kunnen. Daar maken we budget en menskracht voor vrij. Ze gaan vaak op pad met een ervaren service-monteur. De oudere monteurs stimuleren we trouwens ook om opleidingen te doen. Maar zij hebben daar vaak geen trek in. Zij volgen liever een dagje cursus bij een fabrikant."

Interessante technische problemen worden bij Willems-Prinssen besproken in de kantine. Zo houdt het bedrijf kennis op peil, vooral op het vlak van nieuwe technieken zoals warmtepompen, wtw-units en zonne-energie. Uitwisselen van kennis tussen de monteurs kost niks, alleen een extra pak koffie of een kratje bier. En iedereen wordt er wijzer van, vindt De Knegt.

Ondertussen moet er gewoon keihard omzet worden gedraaid, anders is het feest snel voorbij. De Knegt: "Projecten en deadlines gaan altijd voor. Daardoor schiet begeleiding van de jonge monteurs er soms bij in. Als er een opdracht af moet, en er ‘handjes' nodig zijn op de bouw, moeten zij ook gewoon bijspringen. Het gebeurt ook wel dat een monteur die een hekel heeft aan zinkwerk toch een paar weken zinkwerk staat te doen. Daar kunnen we tegenwoordig niet altijd rekening meer mee houden. We moeten alle zeilen bijzetten om kwaliteit te blijven leveren. Soms verplichten we overwerk. De jongens begrijpen dat wel. Door onze goede naam hopen we te overleven."

Werkdag van 13 uur

Niet overal is er evenveel begrip tussen werkgever en werknemer als bij Willems-Prinssen. Neem nou Brinck Meettechniek in Zeewolde, dat vorig jaar werd overgenomen door bouwbedrijf Heijmans. Zo'n vijftig service- en onderhoudsmonteurs trokken onlangs aan de bel vanwege de ‘respectloze' behandeling van hun nieuwe werkgever. Zij overhandigden een petitie aan Brinck-directeur Martin Valentijn omdat ze weer zeggenschap willen over hun eigen tijd. Uit een persbericht van FNV Metaal blijkt dat de arbeidsvoorwaarden en werktijden sinds de overname sterk zijn verslechterd. Monteurs draaien per dag 11 uur productie en maken daarnaast twee reisuren.

"De acties worden grimmiger als we er niet uit komen met de werkgevers", aldus Jos van Ophem, werkvoorbereider bij Unica en als kaderlid van FNV Metaal betrokken bij de onderhandelingen over de nieuwe cao. De huidige cao voor de kleinmetaal liep tot 28 februari. FNV Metaal vindt dat installateurs, metaalbewerkers en technici te veel en te lang werken (vaak zonder toeslag) en onvoldoende zeggenschap hebben over werk en werktijden.

Ook bijblijven in hun vak -met name op het gebied van nieuwe technieken- wordt monteurs niet gemakkelijk gemaakt. Werkgevers investeren er veel te weinig in, stelt Van Ophem. Het belangrijkste pijnpunt is echter de slechte beloning voor jongeren. Die zouden er minimaal 900 euro per jaar bij moeten krijgen om überhaupt te kiezen voor techniek. De werkgevers lijken vooralsnog niets extra's te willen betalen. Kortom: de verhoudingen staan op scherp en dat lijkt meer op overleven dan op vooruit kijken.

recente artikelen

gepubliceerd in diverse (vak)media

Nanoknutselen in de cleanroom van TU Delft

Het Else Kooi Lab van de TU Delft is een cleanroom van wereldformaat. Op 20 maart mocht de pers naar binnen. "De volgende stap? Deeltjes isoleren op atomair niveau op één chip."

Lees artikel »

Hoe gaan we dat doen, samenwerken met bots?

Volgens leiderschapsgoeroe Joseph Folkman stelt AI nieuwe eisen aan managers. Ze moeten kunnen samenwerken in hybride teams met bots en mensen die (soms) meer weten dan zij.

Lees artikel »

“Wat gezondheid is mag iedereen zelf bepalen”

Noord-Limburg wil de gezondste regio van Nederland worden en heeft grootse plannen. Het klinkt aantrekkelijk maar een burgerraadslid uit Horst aan de Maas heeft felle kritiek.

Lees artikel »

Securityproject Melissa hackt Russische hackers

Na Deadbolt en Genesis Market werd onlangs de hackersgroep Qakbot opgerold, mede dankzij het cybersecurityproject Melissa. Arwi van der Sluijs is er trots op en vertelt.

Lees artikel »

Pfas-zaak Dordrecht zet forever chemicals op radar

Het gevaar van pfas voor de volksgezondheid is niet meer te bagatelliseren door de recente rechtszaak tegen Chemours in Dordrecht. Maar pfas is here to stay. Hoe nu verder?

Lees artikel »

Het wonder van geperst, verhit en gefilterd gras

Start-up Grassa claimt meer eiwit uit gras te kunnen halen dan de koe. Gras is niets minder dan een wonderplantje volgens directeur Rieks Smook: "Er kan zoveel méér met gras."

Lees artikel »

Moleculair bioloog over gedrag en kwantumfysica

Moleculair bioloog en therapeut Lianne Hermers gebruikt de kwantumfysica om bewustzijnskracht te ontdekken. Haar cliënten lossen mentale problemen zelf op zonder pillen.

Lees artikel »

Overvolle binnensteden hunkeren naar fresh air

Bedrijfsbussen op diesel mogen vanaf 2025 veel Nederlandse stadscentra niet meer in. Met elektrische steps, cargo-bikes en (bak)fietsen vinden monteurs hun weg in de binnenstad.

Lees artikel »

Google wil onze medische data, maar wat willen wij?

Care Studio van Google Health heeft aangekondigd in de VS patiëntendossiers te willen gaan beheren. Huisarts Huib Rutten ziet risico's: "De regie moet altijd bij de patiënt blijven."

Lees artikel »

Bouwvallig Blackpool, walhalla voor kansarmen

De Engelse badplaats Blackpool werd onlangs belachelijk gemaakt door minister Helen Wheeler. Ze bood haar excuses aan maar met financiële steun schiet de stad meer op.

Lees artikel »